De vrouwen van de Koning

Ensemble Les Abbagliati werkt voor deze voorstelling samen met schrijver–performer Marieke De Maré. 

Dit intiem programma is een poëtische en muzikale vertelling over de liefdes en lusten van Lodewijk XIV. Hoeveel vrouwen heeft hij niet gehad ? In het menselijk hart worden onophoudelijk nieuwe passies geboren, zodat wanneer er éen uitdooft er bijna altijd een nieuwe ontvlamt.

Zijn sterren, zijn vrouwen gaven glans aan het Franse Hof. Vaak profiteerden ze evenveel van Lodewijk als hij van hen. Andere tijden, andere zeden. Of toch niet altijd ? In dit programma laten we de vrouwen van de Koning spreken in het diepst van hun gedachten.

Bezetting: Marieke De Maré (verteller), zang, traverso, viool, viola da gamba, klavecimbel

F. Couperin: L'apothéose Lully: Simphonie, Air pour les mêmes.
P. Guedron: Un jour l'amoureuse de Sylvie
M. Marais: Triosonate (nog te bepalen)
M.A. Charpentier: Sans frayeur dans ce bois
F. Couperin: L'apothéose de Lully: Sonade en Trio
M. Lambert: Vos mépris chaque jour

 

(Alors) on danse!

Danseres Ludovica Mosca blaast de barokke danskunst nieuw leven in. Spektakel gegarandeerd.

Geen barok zonder dans, geen muziek zonder beweging. Staan muzikanten vandaag vaak bekend als stijve harken, in vroeger tijden tikten hun voeten zonder probleem de passen van een speels menuet, een statige sarabande of een springerige gigue. Iedereen, van de Zonnekoning in zijn paleis tot de stalknecht in de schuur, ging gezwind de dansvloer op. Samen met barokdanseres Ludovica Mosca brengt Les Abbagliati opnieuw beweging in het barokke repertoire en kaskrakers als Corelli’s La Follia of Couperins l’Apothéose de Lully krijgen dankzij Mosca’s danspassen opnieuw vaart. Dat Ludovica Mosca ook nog eens een virtuoos bespeelster is van historische castagnetten, vergroot alleen maar de feestvreugde. Een barok festijn, waarbij stilzitten moeilijk wordt.

Bezetting: Ludovica Mosca (dans), viool, traverso, viola da gamba, klavecimbel, théorbe

F. Couperin: L’Apothéose de Lully
J.M. Leclair: Chaconne uit Deuxième récréation de musique
J.S.Bach: Enkele delen uit een suite voor cello
A. Corelli: La Folia voor viool en bc
J.F. Rebel: Les Caractères de la Danse.
J.B. Boismortier: Premier ballet de village

www.ludovicamosca.com

 

La Victoire Amoureuse

Franse cantates bezingen de kracht van de liefde en van de muziek: delicaat en overdonderend.

Tijdens de laatste levensjaren van Lodewijk XIV deed de ‘cantate française’ haar intrede in het Parijse muziekleven. Deze charmante mini-opera’s, op Italiaanse leest geschoeid, konden op bijzonder veel bijval rekenen in de aristocratische huishoudens van de hoofdstad. Met reden: de combinatie van typisch Franse verfijning en Italiaanse bravoure bleek een succesrecept zonder weerga. Les Abbagliati laat u proeven van de twee mooiste voorbeelden uit het genre. In Orphée weet Orpheus de bewakers van de onderwereld tot tranen toe te roeren met zijn wondermooie klacht. In Le Dépit généreux viert de verteller zijn bitterzoete bevrijding uit de ketenen der liefde. Sopraan Soetkin Elbers onderstreept de gracieuze versvoeten van deze cantates met barokke gestiek: een streling voor oor én oog. Telemann en Couperin zorgen voor instrumentale afwisseling.

Bezetting : zang, viool, hobo, traverso, cello, klavecimbel

F. Couperin : Premier Concert Royal
L .N. Clérambault : Cantate Orphée
G.Ph. Telemann : Le sixième quatuor Parisien
M.P. Montéclair : Cantate Le Dépit généreux

 

Aliens in London

Een theatraal programma rechtstreeks uit de Londense hitlijsten

Na Italië, Duitsland en Frankrijk werd Engeland en dan vooral Londen tegen het einden van de zeventiende eeuw voor even het muzikalen centrum van Europa. Publiek, componisten en zangers verdrongen zich om een plekje in de stad die maar geen genoeg kon krijgen van al die internationale sterren. Les Abbagliati bieden een snapshot uit vocale en instrumentale muziek, gebracht met gestiek, van wat rond 1700 de handen op elkaar kreeg, van de Duitser Haendel over de Italianen Bononcini en Astorga tot de Fransman Leclair, een favoriet van Princess Anne. Desgewenst kan dit programma met barokke gestiek worden gebracht.

Bezetting: zang, viool, traverso, cello, klavecimbel

G.F. Handel: triosonate in b,opus 2 nr. 1 HWV 386b
G. Bononcini: Sento dentro del petto un lusinghiero ardor
G.F. Handel: Pensieri notturni di Filli, HWV 134
J. Playford: dansen uit The Division Violin
E. d’Astorga: Che ti giova, amor crudele
J-M. Leclair: Chaconne uit Deuxième recreation de musique opus 8

 

Vlucht Parijs-Venetië

Franse en Italiaanse barokmuziek wisselen elkaar af in een programma vol beweging.

Vandaag vliegen we lowcost zo vaak over de Alpen heen als we maar willen, maar in de achttiende eeuw stond de bergketen nog als een culturele Berlijnse muur tussen het noorden en het zuiden van Europa in. Met name tussen Frankrijk en Italië woedde een bitse cultuurstrijd met uitgesproken ideologische verschillen. Dans, verfijning en gratie regeerden het Franse muziekleven. Zangerige melodieën, briljante versieringen en virtuoze wervelstormen domineerden de geesten van Italiaanse muzikanten. Al werd er ook duchtig ‘gespioneerd’ en kopieerde men maar al te graag elkaars beste recepten. Les Abbagliati vliegen af en aan, zoals het moderne nomaden betaamt, en laten u proeven van de verschillen en de gelijkenissen tussen beide naties.

Bezetting : viool, traverso, cello, klavecimbel

Componisten: G. Platti, J.B. Boismortier, D. Alberti, A. Vivaldi

 

Wrede Schoonheid

Een amoureuze trip op een barokke gondel. Gloedvolle cantates van Vivaldi gecombineerd met sonates van zijn leerling Platti.

De liefde doorboort het hart, doet ons dwalen op onrustige zeeën, lacht ons uit. In dit programma toont ze haar wrede en tegelijk zaligmakende gelaat in drie bijzondere cantates van de Venetiaanse grootmeester, Antonio Vivaldi. Virtuoos en galant, zinderend en wervelend: deze intieme kamercantates moeten op vlak van artistieke kwaliteit zeker niet onderdoen voor de vele opera’s die Vivaldi schreef. Sopraan Soetkin Elbers past op deze cantates de oude kunst van de barokke gestiek toe: een fascinerende zoektocht naar een lichaamstaal die de zeggingskracht van deze muziek alleen maar vergroot. Laat u verrassen! Tussen de cantates door hoort u instrumentale muziek van Giovanni Benedetto Platti. Hij was één van Vivaldi’s meest getalenteerde leerlingen en wist elegantie te combineren met flitsen van onverwachtse weemoed.

Bezetting: zang, traverso, cello, klavecimbel

A. Vivaldi: Cantate All’ombra di Sospetto
G. Platti: Sonate voor cello en basso continuo
A. Vivaldi: Cantate Amor, hai vinto
G. Platti: Sonate voor fluit en basso continuo
A. Vivaldi: Cantate Tremori al braccio

 

Telemann vs. Bach

Twee grote namen uit de baroktijd dagen elkaar uit. Een wedstrijd zonder verliezers.

Bach: de eeuwig ernstige, met diepe denkrimpels in het gelaat. Telemann: de lichtzinnige koopman zonder emotionele diepgang. Bach: tijdloos genie. Telemann: kind van zijn tijd. Als het over deze twee grootheden uit de Duitse barok gaat, dan regeren vaak de clichés. Les Abbagliati daagt u uit om verder te kijken dan dat. Was Bach wel zo ernstig als we altijd denken? En wat dan met de lichte dansvoeten in veel van zijn instrumentale muziek? Verdient Telemann niet meer aandacht? Wat met de meeslepende melodieën die hij wist neer te pennen? Les Abbagliati creëert aan de hand van het werk van deze twee vrienden – Telemann was zelfs peetvader van Bachs zoon Carl Philipp Emanuel – een adembenemende ode aan de muzikale verbeelding: van ernstige fuga’s, over hartverscheurende adagio’s en gracieuze airs, tot uitzinnige presto’s. Aan het einde van dit muzikale duel blijven enkel winnaars over.

Bezetting : viool, traverso, cello, klavecimbel

J.S. Bach: Triosonate in G BWV 1038
G.Ph. Telemann: Quatuor in d TWV 1042:45
J.S. Bach: Suite voor cello
G.Ph. Telemann: Quatuor Parisien VI in e
J.S. Bach: Vioolsonate
G.Ph. Telemann: Triosonate in G TWV 42:G1

 

Klassieke parels

Les Abbagliati verlaat de woelige barokke wateren en verrast met Haydns zelden uitgevoerde trio’s voor fluit, viool en cello.

“Niets bijzonders,” zei Haydn zelf over deze trio’s: “een simpel kleinood, ter vertier in een moment van verveling.” Hij schreef ze voor amateurmuzikanten en ook al beschouwde Haydn ze zeker niet als zijn belangrijkste kamermuziekwerken, toch blijkt elk trio op zich een gesofisticeerd meesterwerkje. Fluit, viool en cello cirkelen om elkaar heen in een uiterst intieme dialoog. Onder een oppervlak van aimabele zorgeloosheid huist een intrigerend web van delicate emoties, elegante poëzie en vaak verbazende harmonieën. Verplaats u naar de rijkelijke huiskamers van Haydns broodheer Esterházy en laat u verleiden door muziek die je enkel met een glimlach om de lippen kan beluisteren.

Bezetting: traverso, viool, cello

Componist: J. Haydn

 

Ich bin so allein

De fantasieën van Telemann voor fluit solo in combinatie met de bekende cellosuites van Bach.

Wat is er kwetsbaarder dan het geluid van één enkele muzikant op het podium, één partituur, één instrument? Het barokke repertoire voor solo-instrumenten roept de eenzaamheid van de menselijke ziel op en tegelijk tovert het uit die eenzaamheid rijk geschakeerde innerlijke werelden tevoorschijn. Zo bespelen Bachs bekende cello-suites met slechts één enkele strijkstok het hele spectrum van menselijke emoties. Minder bekend, maar minstens even fascinerend zijn Telemanns fantasieën voor fluit solo. Net zoals Bach dat voor de cello deed, verlegde Telemann de expressieve grenzen van de fluit. Swingende ritmes, melodieën die je van zwoele laagtes naar heldere hoogtes voeren en speelse arpeggio’s: ze geven je het gevoel van een duizelingwekkend fata morgana waarin je vaak meer fluitspelers denkt te horen dan je voor je ziet. Ronan Kernoa (cello) en Sien Huybrechts (fluit) wisselen elkaar af in een programma dat op verstilling en verbeelding mikt.

Bezetting : traverso, cello

Componisten: J.S. Bach, G.Ph. Telemann

Soetkin-gestes